afb. Daria Scagliola, 22 oktober 2013
|
De onderzijde van kraagsteen k35 wordt gevormd door een mannenbuste, waarbij het gezicht vrijwel recht naar beneden is gericht. De man heeft lang golvend haar, een lange snor en een lange, gaffelbaard. Om het hoofd draagt hij een krans die is samengesteld uit kleine bloemknoppen. Op de schouders van de figuur en boven op zijn hoofd, ontspringen stevige takken die overgaan in sterk gestileerde koolbladeren. De bladeren zijn zo strak gebeeldhouwd dat zij samen weer een veelhoekig steenblok vormen. Deze vormgeving komt verder in de kerk niet voor, behalve bij een exemplaar in de zuidelijke kooromgang (k48), die als een vrouwelijke pendant kan worden gezien. De twee kraagstenen komen niet alleen qua vormgeving, maar ook stilistisch sterk overeen. | 150 |
|
Bovendien dragen beide koppen een bloemenkrans om het hoofd. Ook de positie van de twee kraagstenen is symmetrisch ten opzichte van het koor, waarbij ze naar elkaar toe kijken. Ze springen in het oog bij beide toegangen tot de kooromgang en zonder dat ze elkaar kunnen zien, horen ze toch bij elkaar. Het idee dat de noordelijke kop Christus verbeeldt, kan worden uitgesloten want de bloemenkrans om het hoofd is zeker geen doornenkroon. De bloemenkransen, die ook aan de buitenzijde van de straalkapellen en hoogkoor zijn toegepast, lijken een relatie te hebben met de leden van de Broederschap die bloemenkransen en diademen droegen tijdens de processiespelen en optochten die regelmatig werden georganiseerd. Mogelijk is een dergelijke bloemenkrans een kenteken dat het bij de uitbeelding gaat om leden van de Broederschap, die overigens ook vrouwelijke leden kende. Saillant detail is dat nu juist | 152 |
|
een beeldsnijder, “meester Boudewijns die beeldmeker” in 1368 door de Broederschap wordt betaald om de diademen voor de processiespelen te vervaardigen.12 Het is niet uit te sluiten dat de twee koppen dus portretten zijn van een echtpaar, stichters of geldschieters en leden van de Broederschap, die mede de bouw van kerk financierden. | 153 |
| Noten | |
| 12. | Smits 1907, 142-143; rekeningen broederschap BHIC. |
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 150
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 151